Blog van Koen
‘Alles liever dan een verpleeghuis’
Met vereende krachten lukt het om mijn vrouw thuis de beste zorg te geven. ‘Alles liever dan een verpleeghuis’ is haar en mijn gedachte. Onze beide kinderen zijn ermee eens; ze doen wat ze kunnen, maar hebben elk hun eigen gezin en wonen niet in de buurt.
De grootste boosdoener is MS. Voor de insiders: Primair Progressief. Voor alle anderen is het zoals ze het zelf zegt: ‘een mm per dag terug’. Ik voeg daar dan maar aan toe: ‘maar dan wel ruim 35 jaar lang’.
En zo komt het dat er nu een bed in de woonkamer staat en mijn vrouw met een elektrische rolstoel in- en buitenshuis wat bewegingsvrijheid heeft. Vanuit het trapgat kijkt de traplift na 20 jaar trouwe dienst met een schuin oogje naar de tillift in de gang die de transfers heeft overgenomen. Wie weet heb ik de traplift zelf nog eens nodig.
Die ‘vereende krachten’ organiseren, het houdt me vaak van m’n werk en uit de slaap. De zorgverzekeraar deed eerst moeilijk over gecontracteerde zorg, stopte vorig jaar ineens met de betalingen omdat het computersysteem scherper was afgesteld om fraude te voorkomen. Uiteindelijk kwam er excuus, mét bloemen. Het kon niet verhoeden dat het aantal grijze haren fors toenam. En dan de Wmo. Een toch al bescheiden pgb voor huishoudelijk hulp is meerdere keren verlaagd. De reden: dure grondaankoop, maar achterblijvende woningbouw. En vorig jaar bleek mijn Wmo administratie beter dan die van de gemeente. Het kwam goed, maar vraag niet hoe.
En dat allemaal met dank aan Rutte II in 2015. Ik weet dat het nú niet de tijd is om over partijpolitiek te praten. Maar bepaalde herinneringen aan die tijd komen gelijk weer boven drijven nu we opnieuw moeten nadenken over de impact van een virus op de economie en de zorg.
De zorg doe ik samen met de wijkzorg, ‘Mevrouw Stofzuiger’ komt trouw en mijn pensioendatum komt in zicht. Ons leven leek zowaar even stabiel te worden. Tot nu toe dan. De huishoudelijk hulp kreeg griep, de wijkverpleegkundigen lopen op hun tandvlees. Binnen een paar weken moet er een noodzakelijke ingreep in een ziekenhuis plaatsvinden, maar geen ziekenhuis die ons binnenlaat. ‘Tsja meneer, prioriteit, beleid’. De huisarts, de apotheek, allemaal werken ze met aangescherpte maatregelen. ‘Wilt u een e-mail sturen? de telefoon is alleen voor noodgevallen’, even geen gedoe over privacy. Prima.
We passen ons gedrag aan, ik neem de zorg over als het nodig wordt. Maar als ik corona krijg? Toch dan maar naar een verpleeghuis? Ik denk het niet.
Als ik u over een jaartje nog eens mag schrijven, ik doe het ervoor.