Blog van Stephanie
Wat een nachtmerrie
Ze lag in bed op een klein zolderkamertje met maar één raam. ‘Dag Anna, tot over vier weken.’ Zeiden we nog. We liepen naar beneden en uit alle vertrekken hoorden we geschreeuw, gebonk en monotone geluiden. We gingen op reis met onze twee zoons.
Na vier weken kwamen we terug om Anna weer op te halen. ‘Hoe is het met Anna gegaan?’ vroeg ik aan een begeleider. ‘Wie is Anna?’ vroeg de vrouw quasi verbaasd. ‘Dat meisje op de zolderkamer’ antwoordde ik.
‘Oh, we wisten helemaal niet dat er een meisje op zolder lag, dat stond niet in de overdracht en we hebben niet genoeg mensen om voor iedereen te zorgen.’ De vrouw haalde haar schouders op en liep weg. Ik rende naar boven. Vier weken alleen. Zou ze nog leven?
Loslaten van de zorg
Met een onbeschrijfelijke angst schok ik wakker en ben direct naar Anna’s kamer gegaan en bij haar gaan liggen. Wat een vreselijke droom!
Hoe kan ik Anna ooit loslaten? Bij ons gaat loslaten niet over meer verantwoordelijkheid geven aan Anna naarmate ze ouder wordt. Bij ons gaat loslaten over meer verantwoordelijkheid over Anna aan een ander – soms wildvreemden- geven. Met het vertrouwen dat het goed komt. Maar wat als het niet goed komt omdat “die ander” er niet meer is.
Bezuinigingen in de gehandicaptenzorg
In de gehandicaptenzorg dreigt een forse zorgverschraling, met minder tijd per cliënt en verdere afbouw van voorzieningen. Waar verdere investeringen in de kwaliteit van de zorg en ook in duurzaamheid, hard nodig zijn, kiest het kabinet voor forse bezuinigingen op onze sector.
Bezuinigingen die eerder onhaalbaar zouden zijn voor 2025, wil het demissionaire kabinet nu alsnog wél doorvoeren. De € 200 miljoen euro bezuinigingen in 2025 komt overeen met 4000 medewerkers. De gevolgen hiervan zijn een ramp! (bron: VGN)
Wat als ik er niet meer ben?
De bezuinigingen en maatregelen voor de jaren na 2025 duizelen even voor m’n ogen. Dit demissionaire kabinet wil voor honderden miljoenen bezuinigingen op de zorg voor de meest kwetsbare Nederlanders.
Op mijn dochter, die volledig afhankelijk is van de zorg. Afhankelijk van de mensen om haar heen. Als er niemand voor haar is, als ze wordt vergeten, dan sterft ze. Eerst figuurlijk en later letterlijk. Net als vele zorgouders voel ik angst, verantwoordelijkheid en druk om ervoor te zorgen dat Anna niet vergeten wordt wanneer ik niet meer kan of wanneer ik er niet meer ben. Mensen zeggen wel eens dat angst een slechte raadgever is, dat je niet naar angst moet luisteren. Maar het hoort nou eenmaal bij ons leven.
Velen van ons hebben leren omgaan met de continue angst om onze kwetsbare kinderen te verliezen aan de beperkingen of ziekte. En we delen allemaal dezelfde grote angst: wie zorgt er voor onze kinderen als we het zelf niet meer kunnen of als we er zelf niet meer zijn?
Angst vs. vertrouwen
De angst houd ons scherp, alert en zet aan tot actie. Maar het zijn uiteindelijk de verbindingen- en vertrouwen in elkaar waarmee we kunnen bouwen aan een toekomst bestendige gehandicaptenzorg voor onze kinderen. Dus zullen we als zorgouders nog meer zorg zelf moeten dragen, nog meer moeten – en willen- investeren in een evenwaardige samenwerking met zorg professionals en daarnaast ons eigen sociale netwerk moeten vergroten.
Een immense uitdaging in een individuele samenleving waarin eenzaamheid toeneemt, geen financiële ruimte is om minder te werken en waar weinig werkgevers ruimte bieden voor (mantel)zorg. Maar we zorgen. Niet omdat er verder niemand anders voor de meest onzichtbaarste, kwetsbaarste en hulpbehoevende mensen uit de samenleving zorgt. We zorgen uit liefde. Omdat het zorgen voor een ander voor betekenisvolle en menswaardige verbindingen zorgt die ons gelukkig maken.
Volwaardig leven
De aangekondigde bezuinigen ontneemt ons de voorwaarden om op een menswaardige manier te blijven zorgen voor elkaar en voor onszelf. Laat mijn nachtmerrie geen werkelijkheid worden, maar laten we investeren in dromen voor een volwaardig betekenisvol leven voor iedereen!