Liesbeth Hoogendijk: ‘Behandel mantelzorger in deze crisis als collega’
Door corona is er minder thuiszorg, soms zelfs helemaal niet. Dat brengt de mantelzorger in een moeilijke positie: geen professionele hulp en beschermingsmiddelen. Dat moet anders, stelt Liesbeth Hoogendijk vandaag in een ingezonden brief in het AD.
Wat kun je met een overheidsadvies als ‘afstand houden’ en ‘ga niet op bezoek bij kwetsbare ouderen’ als je zelfstandig wonende moeder op leeftijd afhankelijk is van de oogdruppels die jij haar toedient. Of als je vader niet meer gewassen wordt als jij daar niet bij helpt? Mensen willen zich graag aan de RIVM-richtlijnen houden, maar hoe doe je dit als je lijfgebonden zorg moet overnemen van de thuiszorg die minder vaak of niet meer komt? De angst dat juist jij als mantelzorger het virus mee naar binnen neemt. Het is een duivelse dilemma waar een deel van de 4 miljoen mantelzorgers op dit moment dagelijks mee te maken heeft.
Leunen op de mantelzorger
Samen met patiënten- en cliëntenclubs hebben wij onder de aandacht gebracht dat wij signalen krijgen dat er eenzijdig en zonder goed overleg zorg wordt afgeschaald. Dit legt de positie van de mantelzorger pijnlijk bloot. Een professional kan- bij voldoende beschikbaarheid – met beschermingsmateriaal zijn werk doen en terugvallen op een leidinggevende bij koorts. Terwijl het juist die professional is die – heel begrijpelijk – nu op de mantelzorger leunt. Die belt met de mantelzorger dat de hulp bij huishouden, de steunkousen en de medicijnen stopt. Alle indicaties voor professionele zorg en ondersteuning ten spijt. Terwijl die indicatie niet zomaar is afgegeven, die geeft al aan dat je het zelf niet (meer) kunt.
Collega’s onder elkaar
Als je in crisistijd het werk overneemt van iemand die daarvoor is opgeleid, mag je dan als mantelzorger verwachten dat je als een collega wordt aangezien? Met een duidelijke overdracht, een gedegen instructie én toegang tot beschermingsmateriaal zoals dat voor de professionals geregeld is. Of zeg ik nou iets geks? Als mantelzorger heb je soms weinig te willen. Er zijn nu eenmaal onvoldoende beschermingsmiddelen en wat als de overdracht te wensen overlaat? Laat je je naaste dan zonder hulp zitten? Nee dus.
Afvoerputje
En dan bekruipt me toch het gevoel dat de mantelzorger het afvoerputje dreigt te worden van de coronacrisis; onzichtbaar en met de opdracht om de borden in de lucht te houden, in het belang van die kwetsbare naaste. Alle begrip voor de uitzonderlijke omstandigheden waar moeilijke keuzes gemaakt moeten worden, maar maakt dat het oké? De mantelzorger heeft een lastige positie; hij is geen cliënt en hij is geen professional, maar wel de pijler waar altijd, en nu zéker zwaar op wordt geleund.
Daarom moeten we nu de mantelzorger zien als een gelijkwaardige partner in het oplossen van deze crisis. Dat betekent alleen in overleg met de mantelzorger zorg afschalen, een duidelijke overdracht als afschalen kan, een vast aanspreekpunt voor cliënt of mantelzorger en minimaal 1 contactmoment per week tussen professional en cliënt en/of mantelzorger. Dit alles op een veilige en verantwoorde manier dus met voldoende beschermingsmiddelen, ook voor de mantelzorger.
De oproep is dat wij samen Corona verslaan. De mantelzorger draagt daar meer dan wij zien, een steentje aan bij. Mijn oproep; laat zien dat samen ook als samen voelt.
Liesbeth Hoogendijk, bestuurder MantelzorgNL