Leestijd 1-3 minuten

Inwonen en medehuurderschap

AlsĀ je naaste bijĀ je gaat wonen of jij bijĀ je naaste, dan heet dat inwoning.Ā Je gaat dan samen een huishouding vormen. Dit kan in zowel koop- als huurwoningen.

Het voeren van een gezamenlijk huishouden kan financiƫle gevolgen hebben, maar dat hoeft niet altijd.

Inwonen in een huurwoning

Voor inwoning in een huurwoning is toestemming nodig van de verhuurder. Dit geldt voor sociale huurwoningen en ook voor woningen in de particuliere of vrije sector. Let wel: bij bijvoorbeeldĀ een Ć©Ć©npersoonswoning zal inwoning niet worden toegestaan.

Tip: Vraag medehuurderschap aan

Het is verstandig om medehuurderschap aan te vragen, want als de huurder iets overkomt dan heeft de achterblijver geen huurrechten en krijg je maximaal 6 maanden de tijd om een andere woning te vinden. Heb je medehuurderschap? Dan mag je in de woning blijven wonen. Een medehuurder is iemand die dezelfde rechten heeft als de hoofdhuurder.

Als je medehuurderschap wil aanvragen, moet je aan een aantal eisen voldoen:

  • Je moet financieel voldoende draagkracht hebben.
  • De woning moet geschikt zijn.
  • Medehuurderschap wordt toegekend als je getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap hebt.

Luister naar de podcast: Ouders weer in huis nemen

Waar moet je op letten?

  • Woont je ouder in een seniorenwoning dan mag je er als 55-minner wel inwonen, maar kun je niet als medehuurder worden bijgeschreven op het huurcontract.
  • Als je niet getrouwd bent of geregistreerd partners bent, wordt medehuur niet automatisch toegekend.
  • Kinderen die bij hun ouders inwonen, bijvoorbeeld voor mantelzorg, krijgen een afwijzing.

Mantelzorg is geen wettelijke reden om medehuurderschap te verkrijgen. Je kunt als kind wel medehuurder worden als je kunt aantonen dat je duurzaam gemeenschappelijk samenwoont en er sprake is van wederkerigheid: dat houdt in dat je ieder een bijdrage levert aan het huishouden, dat je gezamenlijk eet en samen uitjes doet, zoals op vakantie gaan.

Wil je hier meer over weten? Download onze Tiplijst MedehuurĀ 

Huurder worden na overlijden

Was je tijdens leven van je ouder niet officieel medehuurder, dan moet je in principe binnen zes maanden andere woonruimte zoeken. Kun je echter aantonen dat je wel degelijk duurzaam gemeenschappelijk hebt samengewoond toen je ouder nog leefde, dan kan de woning als nog op jouw naam komen.

Jongvolwassenen van 18 t/m 27 jaar mogen in de huurwoning van de overleden ouder(s) blijven wonen.Ā  De jongvolwassenen mag in ieder geval twee jaar na het overlijden in de woning blijven wonen. Voorwaarde is dat de ouderlijke woning bij de grootte van het huishouden en inkomen past. Is de woning niet passend? Dan krijg je na twee jaar een andere passende woning toegewezen.

Koopwoning

Bij een koopwoning moet de hypotheekverstrekker soms toestemming geven. Informeer bij je bank naar de regels.

Het is belangrijk om goede afspraken te maken met elkaar. Bijvoorbeeld over de verdeling van kosten en over wat er gebeurt als de situatie verandert en een van beiden in de woning achterblijft.

JeĀ kunt overwegen om samen eigenaar te worden van het huis, om een samenlevingscontract op te stellen of om een huurovereenkomst op te stellen.

Hulp bij bezwaar nodig?

Heb je medehuurderschap aangevraagd bij de woningbouwvereniging, maar heb je een afwijzing gekregen? OnzeĀ juridisch adviseursĀ kunnen meekijken of bezwaar maken zin heeft. En zo ja, je helpen bij het opstellen van een bezwaarbrief.