Verpleeghuizen kunnen niet meer zonder naasten van bewoners
Verpleeghuizen in Nederland kunnen bijna niet meer zonder naasten van verpleeghuisbewoners. Dat stellen Patiëntenfederatie Nederland en MantelzorgNL na onderzoek onder mensen met een naaste in het verpleeghuis.
Tweederde van de mensen met een naaste in het verpleegtehuis neemt daar (zorg)taken op zich. Meer dan de helft van die mensen besteedt daar meer dan drie uur per week aan.
Patiëntenfederatie Nederland en MantelzorgNL willen veel meer maatschappelijk bewustzijn voor deze situatie en professioneler beleid hierop vanuit zorginstellingen:
‘Gezien de vergrijzing die voor ons ligt is dit pas het begin. Als naasten dit niet zouden doen valt de zorg voor onze ouderen om.’
aldus Arthur Schellekens, directeur-bestuurder Patiëntenfederatie Nederland.
Harde realiteit voor zorginstellingen: bodem al in zicht
Volgens de meest recente cijfers wonen er op dit moment zo’n 120.000 Nederlanders in een verpleeghuis. Wekelijks worden er honderdduizenden zorguren nu dus al ingevuld door hun naasten.
Taken die naasten van verpleeghuisbewoners op zich nemen, lopen uiteen van ‘makkelijkere’ zaken als schoonmaken en buiten wandelen tot persoonlijke verzorgingstaken als wassen, helpen met de toiletgang en medicatie toedienen. Van alle ondervraagden zegt 15% (meer) te kunnen en willen helpen.
Esther Hendriks, bestuurder van MantelzorgNL hoopt dat deze cijfers zorginstellingen wakker schudden:
‘Wat wij merken in contact met zorginstellingen is dat ze mantelzorgers zien als een groot potentieel reservoir waar nog veel uit te putten valt. Het tegendeel is echter waar. Staar je dus niet blind op die kleine groep die niks wil of kan doen, richt je op de oprechte samenwerking met mantelzorgers die al de mouwen opstropen. Koester en waardeer ze.’
Wie doet de zorg dan?
64% van de ondervraagden is (zeer) positief over de taken die zij doen. Daarentegen ervaart wel 73% van de ondervraagden de taken die zij doen in meer of mindere mate als belastend, Schellekens:
‘Dat mensen het fijn vinden dat ze een steentje bij kunnen dragen, betekent niet dat het makkelijk voor hen is om dat altijd te doen. Vaak moeten ze heel hun leven erop aanpassen.’
Patiëntenfederatie Nederland en MantelzorgNL zien in het onderzoek ook dat er onder de naasten van bewoners een bepaalde druk ervaren wordt om de taken die zij doen op zich te nemen.
Zo verwacht 45% van de deelnemers dat er gevolgen zijn als ze besluiten om bepaalde (zorg)taken niet meer te doen.
Gevolgen die deelnemers noemen, gaan voornamelijk over zorg die hun naaste dan minder of helemaal niet meer krijgt: ‘Dan wordt er niet omgekeken naar mijn moeder in verband met het personeelstekort. De zorg is dan niet optimaal,’ zegt één van de deelnemers aan het onderzoek.
Een ander stelt: ‘Bewoners zitten dan zonder toezicht, sommige mensen komen dan nooit meer buiten en de was wordt niet gedaan.’
Professionaliseer de omgang met mantelzorgers
Hoewel mantelzorgers dus een substantieel deel van de zorg in verpleeghuizen op zich nemen, merken Patiëntenfederatie Nederland en MantelzorgNL dat bewustzijn hierover in de samenleving ontbreekt, Schellekens:
‘Politieke en maatschappelijke discussies gaan nu vaak over de vraag óf de hulp van naasten in de toekomst wel of niet wenselijk is. Die discussies lopen echter achter op de realiteit: we kunnen nu al niet meer zonder. Waar het dus vooral over zou moeten gaan is hoe we dit zo goed mogelijk met elkaar regelen.’
Patiëntenfederatie Nederland en MantelzorgNL roepen zorginstellingen op met deze nieuwe realiteit aan de slag te gaan en de omgang met naasten te professionaliseren en mantelzorgers te zien als en partner in de zorg.
Bespreek met mantelzorgers openlijk hun wensen, zorgen en hun belastbaarheid. Het percentage mantelzorgers dat zich gewaardeerd voelt door het verpleeghuis (61%), moet namelijk omhoog.
Daarnaast roepen de belangenbehartigers op om de communicatie met mantelzorgers structureler en professioneler te maken. Esther Hendriks van MantelzorgNL:
‘Veel zorginstellingen werken in aanloop naar vakanties nu bijvoorbeeld met een vel papier in de keuken waar naasten zich op in kunnen tekenen. Dat doet geen recht aan het belang van hun aanwezigheid.’
Tot slot roepen Patiëntenfederatie Nederland en MantelzorgNL ook de Nederlandse politiek op om in te spelen op de huidige realiteit:
‘Mensen hebben maar zeven keer 24 uur te besteden in hun week. Vanuit de politiek horen we tot nu toe vooral wat mensen meer zouden moeten gaan doen: meer uren werken, meer vrijwilligerswerk op de voetbalclub en het liefst ook voor je ouders en opa en oma’s zorgen. Ergens gaat dit echter knellen. Dit blijkt ook uit het onderzoek; slechts 15% kan of wil meer zorgen. Daar moet een duidelijke en realistische politieke visie op komen,’ aldus de twee organisaties.