Güleç gaf de zorg voor haar ouders uit handen
Güleç Isik-Dirim is een van de weinige Nederlandse Turken die haar hulpbehoevende ouders heeft toevertrouwd aan een verzorgingstehuis. “De zorg voor je ouders uit handen geven, is ‘not done’ onder allochtonen”, zegt ze. “Dat taboe zou ik graag doorbreken, maar dat kan alleen als de zorg aansluit op de belevingswereld van allochtone ouderen. Oud-Hollandse liedjes zeggen mijn ouders niets.”
Het is 2010 als blijkt dat zelfstandig wonen geen optie meer is voor de ouders van Güleç. Een indicatie voor een zorghuis volgde, maar Güleç zag een verhuizing daar naartoe nog niet gebeuren. “Ze pasten simpelweg in geen van de Zwolse zorghuizen. Er werd niet halal gekookt, er waren geen Turks-sprekende medewerkers en er was alleen Nederlandse televisie. Het zou voor ons als dochters en zoons voelen alsof we hen daar ‘weg stopten’. Dus besloten we een aanleunwoning te proberen.”
Helaas ook daar geen succes. “Achteraf gezien was hun zorgvraag al te complex voor een aanleunwoning. Mijn ouders zagen de dingen niet meer scherp. Mijn vader ging als gevolg van zijn dementie soms midden in de nacht op pad, met het idee dat ’ie naar zijn werk of de moskee moest. Levensgevaarlijk. En mijn moeder was ondertussen ook zo hulpbehoevend dat het haar vaak niet lukte om in zulke situaties iemand te alarmeren. Ook barricadeerden ze de deur wanneer de thuiszorgmedewerker langskwam.”
Alle ballen hoog houden
Güleç, die behalve voor haar ouders ook thuis en op het werk alle ballen hoog hield, zocht verder. “In het Brabantse Boxtel vond ik in 2012 een zorghuis met cultuurspecifieke zorg voor senioren, met voornamelijk Turkse en Marokkaanse bewoners. Eindelijk een plek met personeel dat de taal sprak, plus een imam, Turkse tv-programma’s en halal eten.”
“Ik ging soms drie keer per week op en neer naar Boxtel. Dat kostte me zó veel energie!”
Ondanks de goede en passende zorg in Boxtel, was Güleç als jongste dochter nog altijd druk met haar ouders. “Een nieuwe bril voor mijn vader, orthopedische schoenen voor mijn moeder, op en neer naar het ziekenhuis in Den Bosch… daarvoor ging ik soms drie keer per week op en neer. Dat kostte me zó veel energie. Op zondag was Boxtel vaste prik. Op de heenweg maakte ik me zorgen over hoe het met ze zou zijn en de hele terugweg stond in het teken van bedenken wat ik de komende dagen voor ze moest regelen.”
De uitputting zette Güleç aan tot toch nóg een zoektocht naar een passende woonzorgoplossing in Zwolle. “Die vond ik in 2015: een huis voor kleinschalig en beschermd wonen, Theodora Vos de Wael van IJsselheem. Zij zagen het als een uitdaging en een verrijking voor medewerkers om Turkse bewoners in een woongroep op te nemen.”
“Ik kan op ieder moment van de dag het zorgrapport digitaal inzien. Dat geeft me de rust.”
Een verademing
Voor Güleç is het, zoals ze zelf zegt, een ‘verademing’ dat haar ouders nu weer dichtbij wonen. “En, dat het zó goed gaat. IJsselheem doet zelf leuke voorstellen, zoals Suikerfeest vieren met alle bewoners samen. Soms ben ik niet eens nodig. Er is een Turks sprekende medewerker die met mijn ouders kan communiceren. Via Güler Cumert van Steunpunt Mantelzorg en via Birsen Tas van WijZ hebben we ook nog twee vrijwilligers gevonden die Turks spreken. Die komen langs om met mijn ouders te praten, te wandelen of eventjes iets te vertalen waar het personeel niet uit komt. En ik kan bij IJsselheem op ieder moment van de dag hun zorgrapport digitaal inzien. Dat geeft me de rust om niet te gaan wanneer het niet nodig is.”
De zorg volhouden
Güleç blikt terug op jaren van zorgen voor, zorgen maken over en met veel moeite het hoofd boven water houden. Eén van de redenen dat ze het volhield, is dat haar werkgever haar al die jaren alle ruimte heeft geboden om haar mantelzorgtaken te doen. “Ik mag flexibel met mijn uren omgaan en eventueel ook thuis werken. Mijn leidinggevende is blij dat we zo kunnen voorkomen dat ik uitval.”
Bij Steunpunt Mantelzorg vond ze ook een luisterend oor. “Het is alweer jaren geleden, maar ik weet nog hoe een van de medewerkers me ervan bewust maakte dat ik overbelast was en dat het tijd was voor mijzelf en mijn gezin.”
“Binnen onze familie weten we dat dit het beste is voor mijn ouders en voor ons als kinderen.”
Een lans breken
De Turkse gemeenschap reageert verdeeld op het feit dat Güleç de zorg uit handen gaf. “Dit is ‘not done’; ik stuit op kritiek en onbegrip. Ook mijn eigen broers en zussen heb ik destijds moeten overtuigen. Toch doen wij het zo. Stel dat mijn ouders bij mij in huis zouden wonen, dan zou mijn vader zich aangetast voelen in zijn autonomie. Tegelijkertijd is het voor mij niet wenselijk. Ik voel me nu al schuldig tegenover mijn dochter; zij heeft flink ingeleverd op aandacht. Binnen onze familie weten we inmiddels dat dit echt het beste is voor mijn ouders en voor ons als kinderen.”
Met dit interview hoopt Güleç een lans te breken voor andere allochtonen waarvan de ouders behoefte hebben aan de intensievere zorg van een verzorgingshuis. Toevallig kreeg ik laatst van een andere Turkse vrouw al de vraag hoe wij het proces hebben doorlopen. Ik merk dus dat meer mensen van mijn generatie aan het denken slaan over hoe ze hun ouders het beste een goede oude dag kunnen bezorgen én zichzelf kunnen behoeden voor overbelasting.”
Dit verhaal is eerder verschenen op ZwolleDoet!.